Spraakmakers
De collectie Van Loon bekeken
Portret van Adèle Françoise van Loon – Tachard
De bruiloft van Willem van Loon en Margaretha Bas
Twee kastanjevazen van Diederik Lodewijk Bennewitz
Vergulde wandtafel in Lodewijk XIV-stijl
Twee stedenboeken van Noord-Italië, onderdeel van de Atlas Van Loon
Behangselschilderingen van kasteel Drakensteyn
Bekijk hier de bijbehorende video's van Lorenzo Lennox Schmidt, die letterlijk inzoomt op de kunstwerken.
Spraakmakers: De collectie Van Loon bekeken is mede mogelijk gemaakt door de Vereniging Rembrandt en de Turing Foundation.
Met grote dank aan Lorenzo Lennox Schmidt, Irwan van Wingerden, sQuare, Chantal Tjin en alle spraakmakers.
Portret van Adèle Françoise van Loon – Tachard
door Philip Alexius de László
Marionella Hanley
Modeontwerper
Als ontwerper laat ik mij inspireren door de vrijheid van kleding. Ik maak in mijn ontwerpen dan ook geen onderscheid op basis van gender. Aan het begin van de 20ste eeuw, toen dit portret werd geschilderd, was dat nog niet aan de orde. Hoewel ook toen al grote veranderingen zichtbaar waren in het modebeeld voor vrouwen. Bij Adèle bespeur ik misschien wel een beetje ongemak en tegelijkertijd ook opluchting in haar blik. Zou deze tegenstrijdigheid komen door de tussenfase van oude kleedgewoontes en vrouwelijke emancipatie waarin zij zich bevond? Chanel was een belangrijk vernieuwer toentertijd. Zij ontwierp kleding voor vrouwen die zich vrijer wilden voelen, door lossere kleding te ontwerpen. Destijds was strakkere kleding voor de vrouw de norm.
Tegenwoordig zijn wij er nog lang niet als het aankomt op de vrijheid om je te kleden hoe je wilt zonder hier op aangesproken te worden. De vrouw kan bijvoorbeeld nog steeds niet over straat lopen met een korte rok zonder dat een man een opmerking moet maken.
Mojdeh Feili
Schrijver, intersectioneel feminist, activist en afgestudeerd aan de Master English Literature in a Visual Culture
Met indringende ogen kijkt Adèle je aan, dwars door je heen alsof ze weet wat je geheimen zijn. Ze kijkt zelfvoldaan, omdat ze De László heeft kunnen overtuigen om geportretteerd te worden wanneer zij dat graag wilde. Het moment kwam hem erg slecht uit, maar Adèle wist haar zin door te drijven. Had ze een sterke wil? Of was ze erg verwend? In de donkere kamer springt ze van het doek als een engel met een hoge dunk van zichzelf. Ze wilde haar schoonheid vastleggen voordat haar zomerse gloed zou verwelken in de natte herfst. Deze ongeduldige dame van adel was niet anders gewend dan dat de dingen op haar manier gingen. Maar ze kon maar weinig controle uitoefenen als vrouw in een zeer patriarchale maatschappij. Ze greep die spaarzame momenten dus met beide handen aan. Haar hand heeft ze op haar borst gelegd, alsof ze een gelofte aflegt om de controle nooit te laten varen.
Rosalie Sloof
Kunst- en kostuumhistorica
‘Mrs. Louis van Loon looked very handsome in her blue brocade’, aldus de New York Herald in april 1899. In deze jaren waren Adèle van Loon-Tachard en haar echtgenoot Louis graag geziene gasten bij de vele diners en bals tijdens het mondaine uitgaansseizoen in Cannes. De benodigde garderobe om in zo’n welgestelde, internationale, entourage te kunnen schitteren liet de modebewuste Adèle zich vooral in Parijs aanmeten. Ze bezocht hier gerenommeerde modehuizen als Doucet, Rouff en Raudnitz & Cie, die haar ravissante, rijk versierde creaties bezorgden, volledig à la mode.
‘Modeportretteur’ Philip de László schilderde Adèle dan ook zeer treffend: een elegante societydame in haar modieuze japon van witte transparante stof over meters ruisende, witte zijde, afgezet met vele ruches. Ze bestelde de schilder graag in augustus, zodat haar ‘zomerse’ teint het portret nog extra zou flatteren.
Museum Van Loon
Waar de portretopdrachten van vele aanzienlijke families afnamen in de vroege 20e eeuw, zette de familie Van Loon de lange traditie voort door een nieuwe generatie topkunstenaars opdrachten te verstrekken. Een van die kunstenaars was Philip Alexius de László. Hij schilderde portretten voor de High Society en verwierf opdrachten aan alle koninklijke hoven in Europa. Met zijn vloeiende techniek en krachtige penseelvoering wist hij zijn klanten eleganter, mooier en rijker te portretteren dan hij of zij misschien wel echt was. Niet alleen Adèle werd door De László geportretteerd ook haar echtgenoot Louis van Loon werd enkele jaren later door hem geportretteerd.
De bruiloft van Willem van Loon en Margaretha Bas
door Jan Miense Molenaer
Laurence Aëgerter
Beeldend kunstenaar
Laurence Aëgerter presenteerde in 2010 haar solo tentoonstelling Seek & Hide in Museum Van Loon. Voor deze tentoonstelling maakte zij o.a. werk geïnspireerd op het huwelijksportret. Op het glas van het schilderij bracht zij op alle figuren vaseline aan.
De omgevallen stoel is voor mij het mooiste onderdeel van deze scene. De broer van de gehuwde man is onlangs in een oorlog gestorven, de stoel symboliseert zijn pijnlijke afwezigheid. Hierdoor is hij aanweziger dan alle aanwezigen. Misschien heb ik deze herinnering verzonnen. Feit of fictie, dit is leidend geweest in mijn benadering van het beeld. What is there more than the eyes can see? Dankzij de cocons van vaseline neemt het stille gedeelte van de zaal alle ruimte in. De helft van het schilderij is leeg, vol van leegte, en daarom doordringend. ‘Rest' ruimtes als zenders. Le vide et le plein.
Charlotte Kleyn
Culinair historica
Hij lijkt wat verstopt op het schilderij, maar deze pauwpastei was het pronkgerecht van de huwelijksfestiviteiten. In de middeleeuwen en renaissance werden grote vogels – vooral pauwen en zwanen – hoog gewaardeerd. De vogel werd gevild, gebraden en vervolgens weer in zijn veren gestoken; of zijn kop, staart en vleugels werden opgezet en op een pastei geplaatst. Ook pasteien waren showstukken op tafel.
Vanaf de 17e eeuw nam de populariteit van pauwen af. De kalkoen, die begin 16e eeuw van Amerika naar Europa kwam, was eveneens een grote vogel, maar een stuk lekkerder dan de taaie pauw.
In het Zuid-Nederlandse Koocboec oft familieren keukenboec van Antonius Magirus uit 1612 staan nog recepten voor gebraden pauw en een pauwpastei, vol kostbare specerijen. In De verstandige kock of sorghvuldige huyshoudster uit 1669, het enige Noord-Nederlandse kookboek uit de 17e eeuw, komt de pauw al niet meer voor.
Jennifer Tosch
Cultuurhistoricus en oprichter Black Heritage Tours
Wie is de zwarte man op het huwelijksportret van Van Loon aan de rechterkant? Hij houdt een serveerschaal vast, wat zijn positie kan aangeven. In veel familieportretten van de elite tussen de 17e en 19e eeuw werden de ‘zwarte aanwezigheid’ en andere gekleurde mensen -vaak weg gestopt of onopgemerkt- gebruikt om de rijkdom en status van de familie te symboliseren; of, verbindingen met de koloniale handel in Nederlands Oost- en/of West-Indië. We komen er waarschijnlijk nooit achter wie hij is, of waarom hij op het schilderij staat, maar ik heb hem een naam gegeven: Soloman Minosabi (de man die ik niet ken). We zullen misschien ook nooit weten of hij inderdaad een bediende was van de familie Van Loon, of, nog belangrijker, wat was zijn 'geleefde ervaring'? Uit nieuw onderzoek blijkt dat er in Amsterdam tot slaaf gemaakte en vrije zwarte mensen woonden, waarvan sommigen gedegradeerd tot bedienden in rijke familiehuishoudens. Door hem een naam te geven, proberen we in ieder geval een deel van zijn menselijkheid te herstellen en erkennen dat zijn bestaan en aanwezigheid ertoe doen.
Museum Van Loon
In dit schilderij toont Molenaer, vooral bekend van boerentaferelen, zich evenzo meester in het weergeven van verfijnde kleding. Het schilderij werd vervaardigd ter gelegenheid van het tweede huwelijk van Willem van Loon in 1637. Hij had al een zoontje uit zijn vorige huwelijk, die hier lieflijk de hand vasthoudt van zijn vaders nieuwe echtgenote Margaretha Bas. De feestzaal waarin zij zich bevinden heeft nooit bestaan en het schilderij diende dan ook vooral een symbolisch doel. Duidelijk is te zien hoe de macht en de rijkdom van de familie, geportretteerd op de voorgrond, worden tentoongesteld. Het schilderij bevat naast verwijzingen naar rijkdom ook talloze symbolen voor huwelijkse deugden, zoals de hond (trouw) en de musici op het balkon (harmonie). Een andere opvallende aanwezige is de zwarte bediende in de hoek rechtsachter. Had de familie een zwarte bediende of is hij, zoals vroeger vaak is verondersteld, een verwijzing naar het familiewapen met zijn gele en witte kleding?
Twee kastanjevazen door Diederik Lodewijk Bennewitz
Annette Fehrmann
Medewerker Behoud & Beheer
Als medewerker behoud en beheer van Museum Van Loon ben ik dagelijks bezig met het onderhouden van de collectie. Er is denk ik geen object dat ik in de loop van de tijd niet in mijn handen heb gehad. Deze twee zilveren kastanjevazen hebben regelmatig mijn aandacht nodig, net als alle andere zilveren objecten in het museum overigens. Ongeveer één keer per maand ga ik al het zilver langs om het met een zachte doek op te wrijven. Als je het goed opbergt, hoef je het eigenlijk nauwelijks echt te poetsen. Dat doe ik misschien maar twee keer per jaar. Het museum heeft niet heel veel zilver. In de 19de eeuw bezat de familie Van Loon een zeer grote collectie zilver; Gerrit, hulp in de huishouding, besteedde toen een dag per week aan het poetsen van alle zilveren objecten.
Karwan Fatah Black
Historicus koloniale en slavernijgeschiedenis
De kastanjevaasjes uit de vroege jaren twintig van de negentiende eeuw stammen uit een moeilijk te duiden moment in de geschiedenis. Het moet een moment van vertwijfeling zijn geweest. Nadat de Britten in 1807, en onder hun druk ook anderen de mensenhandel afschaften, bleef de slavernij zelf nog voortbestaan. Dit wierp onvermijdelijk vragen op. Deugde het nog wel om in een op slavernij gebaseerde industrie te investeren? Was de toekomst niet onvermijdelijk dat de slavernij zou worden afgeschaft? Maar na de initiële twijfel dwongen ontwikkelingen in de buitenwereld om een kant te kiezen. In de jaren dertig van de negentiende eeuw zouden slavenhouders in het zuiden van de Verenigde Staten gaan overschreeuwen: slavernij was een teken van beschaving, allerminst strijdig met de Bijbel en een redding voor het Afrikaanse continent. Maar hoe luidruchtig en invloedrijk ook, de slavenhouders zou het pleit verliezen. Ook in Nederland zou de twijfel omslaan naar afwijzing en zou, al is het met weerzin en onnodige vertraging, tot de afschaffing van slavernij worden overgegaan. De kastanjevaasjes waren deel van een elitecultuur waarin hardop de oude zekerheden over de wenselijkheid van slavernij in twijfel werden getrokken. Kon men toen nog gedachteloos suiker consumeren, zonder te denken aan het lot van degenen die die suiker hadden geproduceerd?
Museum Van Loon
In 2017 heeft Museum Van Loon met steun van de Vereniging Rembrandt deze twee zilveren kastanjevazen kunnen aankopen. De vazen zijn afkomstig uit de collectie van de familie Van Loon. Op foto’s van de buitenplaats Hydepark in Doorn zijn de vazen te zien in de eetkamer van het huis. Via directe vererving werd het paar aangeboden bij het Britse veilinghuis Bonhams.
Kastanjevazen danken hun naam aan het oorspronkelijke gebruik: er werden gekonfijte kastanjes in bewaard. In heel Europa waren zulke vazen populair vanaf het midden van de 18e eeuw en ze werden vervaardigd in uiteenlopende materialen zoals porselein, kristal of tin. Deze zilveren exemplaren – de kostbaarste variant - zijn in Amsterdam vervaardigd, maar zijn geïnspireerd op de Franse Empire-stijl, te herkennen aan de zwanen in de decoratie.
Vergulde wandtafel in Lodewijk XIV-stijl
Sam van Riessen
Student Hout- en Meubileringscollege (3e jaar)
De techniek van het vergulden is heel delicaat en vergt veel vakmanschap. Het is een eeuwenoude techniek die nog steeds wordt toegepast door enkele vakmannen. Met dierenlijm en bladgoud of goudpoeder wordt dit heel precies aangebracht. Zelf ben ik bezig met de specialisatie ‘meubelrestauratie’, en ik kijk er zeer naar uit om deze techniek zelf ook te leren toepassen. Daarnaast ben ik als meubelrestaurator in opleiding geïnteresseerd in de constructie van de tafel. Ondanks al het houtsnijwerk blijft de tafel robuust. Dit kan je zien aan de vierkante onderkanten. Zo’n marmeren blad is natuurlijk heel erg zwaar, dus de houtconstructie moet stevig in elkaar zitten. Ik vraag mij af of de diagonale verbindingen aan de onderkant functioneel zijn. Al met al zou ik deze tafel graag uit elkaar halen om eens te zien van wat voor hout het is gemaakt en hoe de constructie in elkaar zit.
Jody & Ananda
Reliving.nl, gecureerde marktplaats voor tweedehands interieur artikelen
Wat een plaatje is deze console tafel. Ons ‘Reliving’ hart gaat sneller kloppen als we zoiets zien. Zulk hoogwaardig vakmanschap is in onze ogen namelijk zeldzaam tegenwoordig. Wij geloven dan ook in het hergebruiken van oude meubels en het combineren van verschillende woonstijlen. Neem bijvoorbeeld een moderne inrichting, door daar klassieke details aan toe te voegen geef je de ruimte gelijk een prachtige, rijke en chique uitstraling. Zouden wij zelf deze tafel in zijn geheel in ons huis plaatsen? Dat niet zozeer. Echter, als je de verschillende onderdelen los van elkaar ziet zoals het marmeren blad, de gouden poten en het hout- & snijwerk zie je dat dit een tijdloze materialen zijn en volledig in de trend van nu passen.
Paul van Duin
Hoofd meubelrestauratie Rijksmuseum
Deze vergulde houten tafel met vrouwen met gevleugelde armen is sterk beïnvloed door de Franse mode uit de tijd van Lodewijk XIV. Deze stijl werd in Nederland geïntroduceerd door Daniël Marot. Het paarse marmeren blad is afkomstig uit Italië. Het lakkistje op de tafel komt uit Japan. Hier zien we hoe graag men in de Nederlandse interieurs buitenlandse invloeden gebruikte.
Helaas is de tafel bedekt met een bronsverf die mat en wat groenig is geworden. Hopelijk is de oorspronkelijke vergulding, met veel meer schakeringen in glans, nog aanwezig onder deze laag. Op het kruis tussen de poten staat wat verborgen een vogel. Waarschijnlijk een phoenix, die bij een geslaagde restauratie van de tafel uit zijn as zal kunnen herrijzen.
Museum Van Loon
In dit meubel zijn de handen van verschillende houtsnijders te herkennen. Lang werd daarom aangenomen dat het uit een grote werkplaats moet zijn gekomen, waar verschillende vakmensen aan het werk waren. Grote meubelmakers door heel Europa hielden er dergelijke werkplaatspraktijken op na. De tafel lijkt sterk op exemplaren van architect en ontwerper Daniel Marot die op Kasteel Twickel en in het Mauritshuis te vinden zijn, maar die zijn van nog hogere kwaliteit. De Louis XIV stijl en vooral dit type consoletafel was in Nederland voornamelijk populair bij het stadhouderlijk hof en de adellijke kringen rond de stadhouder. De stijl was minder populair bij de gegoede burgerij en de bewoners van Amsterdamse grachtenpanden. Hoe het meubel in familiebezit is gekomen is onbekend, maar wel weten we dat het sinds de late 19e eeuw in de Blauwe Salon stond, onder het portret van Thora van Loon.
Twee stedenboeken van Noord-Italië
door Johannes Blaeu, onderdeel van de Atlas Van Loon
Rosita Steenbeek
Schrijfster en Italië-kenner
Het grote gesloten roodleren boek versierd met goud wekt ontzag, nieuwsgierigheid. Het lijkt een schatkist, een poort waarachter verrassingen wachten.
En dat blijkt ook zo te zijn. Bij het openslaan begint een avontuurlijke reis door Noord-Italië. We zien steden, landschappen, zorgvuldig aangelegde tuinen en wonderbaarlijke bouwwerken. Hoe langer je kijkt hoe meer je ziet en hoe meer je het gevoel krijgt zelf op die zo gedetailleerd gegraveerde plekken te zijn. Boompjes die identiek leken blijken allemaal verschillend. Het is of je door die straten wandelt, door die lusthoven doolt. In gedachten kun je met het bootje naar het heiligdom van Diana varen dat oprijst uit een meer, de treden van de ronde trap beklimmen en je voorstellen wat je meemaakt eenmaal aangekomen op de top.
In het leven van vóór corona vol verplaatsingen zagen we vaak minder. Door tijd te nemen, werkelijk te kijken beleef je zoveel meer.
Carl Haarnack
Buku Bibliotheca Surinamica
De lijnen die in deze bijzondere atlas tezamen komen zullen bibliofielen herkennen. Ten eerste begint alles natuurlijk met nieuwsgierigheid, met de wil te weten hoe de wereld om ons heen er uit ziet. Dat betreft de oude wereld in Europa, zoals in dit Stedenboek, maar bijvoorbeeld ook die Nieuwe Wereld in Amerika. Onlosmakelijk daarmee verbonden is het verlangen om die kennis aan het publiek te tonen door die in woord en beeld op papier af te drukken. Papieren erfgoed is kwetsbaar maar papier heeft zich de afgelopen honderden jaren bewezen als een goede drager van informatie. Het goed bewaren en beheren van dergelijk erfgoed is een kunst op zich. De atlassen van Blaeu vormen bibliofiele objecten uit de buitencategorie die in de 17e eeuw al onbetaalbaar waren maar waarvan we in de 21 eeuw de historische waarde nauwelijks kunnen bevatten.
Diederick Wildeman
Conservator Zeevaartkunde & Bibliotheek Collecties
Nederland, en speciaal Amsterdam, werd in de zeventiende eeuw het Europese centrum voor de productie van atlassen, globes en reisverslagen. In het begin van de eeuw was de wereld voor de bewoners van de Lage Landen door handel in snel tempo groter geworden. De schepen voeren over alle zeeën. Hoe de wijdere wereld er uitzag werd door de handelsbelangen van steeds groter gewicht.
Fraaie atlassen waren voor de rijke kooplieden en regenten, waaronder Frederik Willem van Loon, zeker niet alleen een praktisch object. Het was ook iets waarmee zij hun kosmopolitische interesse konden tonen. De verzameling atlassen van Blaeu werden gezien als de beste en meest fraai. Frederik Willem van Loon bezat in totaal 29 boekwerken die hij in rood marokijn leer had laten binden, met zijn familiewapen op de buitenkant. Hieronder bevond zich de Atlas Major en diverse stedenboeken. Ze waren opgeborgen in een – nu verloren gegane – fraaie notenhouten kast. De twee Italiaanse stedenboeken zijn tevens een voorbeeld van de belangstelling voor geschiedenis en de klassieke Oudheid.
Museum Van Loon
Frederik Willem van Loon bracht in het laatste kwart van de 17de eeuw een indrukwekkende verzameling kaarten en stedenboeken bijeen. Die verzameling van 24 delen staat tegenwoordig bekend als de Atlas Van Loon. Deze twee boeken zijn onderdeel van die atlas. Door de recente aankoop van deze twee boeken door Museum Van Loon zijn op twee boeken na alle delen van de atlas in openbare collecties te vinden. Frederik Willem bracht in zijn atlas het beste bijeen wat Amsterdam op dat vlak te bieden had, waaronder het werk van Joan Blaeu, Barlaeus en Johannes Jansonius. Dit alles liet hij binden in rood Marokijn door de beroemdste Amsterdamse boekbinder van zijn tijd: Albert Magnus. De Atlas Van Loon brengt meerdere facetten samen; de verzameldrang van 17de-eeuwse regenten voor wie de atlas een symbool van grote status was, het ongekend hoge niveau dat Amsterdamse prentmakers, uitgevers en boekbinders hadden bereikt en de vraag wat dergelijke atlassen vertellen over het wereldbeeld van de 17de-eeuwse welgestelde Amsterdammer.
Behangselschilderingen van kasteel Drakensteyn door Jurriaan Andriessen
Stéphanie Saadé
Beeldend kunstenaar
The Travels of Here and Now, een installatie getoond in Museum Van Loon in 2019, kwam voort uit mijn directe fascinatie voor de 18e-eeuwse wandschilderingen van Jurriaan Andriessen in de Drakensteyn-kamer van Museum Van Loon. De schilderijen voerden me direct mee naar andere plekken: naar taferelen aan de Middellandse Zeekust, terwijl ik eigenlijk in een typisch Amsterdams grachtenpand uit de 17e eeuw stond. Nostalgie kwam voort uit deze afbeeldingen van een water/flora klimaat wat ik goed kende, en ik voelde me thuis.
Mijn interesse werd verder gewekt door de ontdekking van talloze raadsels die schuil gingen achter de schijnbare rust van de wandschilderingen. Vanaf het moment dat ze zijn geschilderd (1780), tot de tijd van hun laatste restauratie (2009), hebben ze grondige hervormingen ondergaan. Hun reis van de ene ruimte naar de andere en hun aanpassing boden een groot aantal poëtische verhalen om te vertellen. Het bracht verhalen over ontheemding, vervreemding en de ontmoeting met buitenlandse geografieën teweeg, wat vaker terug komt in mijn werk.
Julia Lassche
Tekstschrijver Honnête (bekend van o.a. ELLE Decoration)
Je herkent het vast: je koopt een huis en besluit flink te renoveren. Die ouderwetse lijsten aan de muur en dat stoffige behang passen totaal niet bij je stijl. Ik snap het zeker. Maar ho! Wacht volgende keer voor de zekerheid toch even voordat je het weghaalt. De adembenemende schilderingen die je in deze kamer ziet, geschilderd door Jurriaan Andriessen, zijn namelijk ook ooit weggehaald. Ze hingen in Kasteel Drakensteyn, eigendom van Prinses Beatrix, en werden rigoureus van de muur getrokken en op een zolder gelegd. Je gelooft het bijna niet, toch?
Gelukkig werden de werken van Andriessen tijden later weer gevonden en gerestaureerd. Het resultaat? Behang-achtige schilderwerken die de hele ruimte transformeren. Je loopt door een beleving heen en juist dat is zo bijzonder aan deze kamer. Dit zien we trouwens ook steeds meer in de interieurbranche: behang met een beleving. We gaan tegenwoordig echt niet alleen meer voor een strak, statig motiefje. Juist levendige beelden maken de ruimte.
Dr. Richard Harmanni
Zelfstandig kunst- en interieurhistoricus
Het merendeel van de wandschilderingen in dit vertrek is van de hand van Jurriaan Andriessen (1742-1819). Hij was in het laatste kwart van de 18de eeuw de belangrijkste behangselschilder van ons land. De schilderingen zijn rond 1780 besteld voor de zaal van kasteel Drakensteyn en zijn in de jaren 1970 hier in Museum Van Loon ingebracht. We zien gefantaseerde kustlandschappen langs de Middellandse zee die ten dele ontleend zijn aan het werk van de indertijd internationaal befaamde Franse schilder Joseph Vernet (1714-1789). Jurriaan Andriessen verbeeldde in zijn wandschilderingen echter overwegend klassiek arcadische en inheemse landschappen. Deze Mediterraanse landschappen zijn dus een uitzondering in zijn oeuvre. De toenmalige eigenaar van Drakensteyn, Coert Simon Sander, was in Indië geboren, maar op jonge leeftijd met zijn vader naar Amsterdam gekomen. Zou hij met het idee zijn gekomen, omdat dit soort gezichten hem herinnerden aan de lange bootreis van Indië naar Amsterdam?
Museum Van Loon
Behangselschilderingen waren bijzonder populair in de late 18e eeuw en kwamen veel voor in Amsterdamse grachtenhuizen. Jurriaan Andriessen was zonder twijfel de meest geroemde kunstenaar op dat vlak. In 1968 kocht Maurits van Loon, oprichter van het museum, deze behangselschilderingen van zijn hand. Oorspronkelijk werden de schilderingen gemaakt voor kasteel Drakensteyn, dat eerder was gekocht door H.K.H. prinses Beatrix. Toen zij kasteel Drakensteyn liet restaureren waren de schilderingen in zo’n slechte staat dat men geen reden zag om ze te restaureren. Ze werden opgeslagen op de zolders van paleis Soestdijk. Na een grondige restauratie kregen de schilderingen in Museum Van Loon een nieuwe bestemming. Om ze in de kamer te passen waar ze zich nu bevinden moest er echter een en ander aangepast worden. Op verschillende plekken is te zien hoe de compositie nogal vreemd op elkaar aansluit.